Veilig geproduceerd, goed gecontroleerd
Volgens de Geneesmiddelenwet moet elk nieuw geneesmiddel officieel geregistreerd zijn voordat het de markt op mag, ook zelfzorggeneesmiddelen. Daarvoor zorgt het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG). Bij de registratie beoordeelt het CBG drie hoofdzaken.
- Werkzaamheid: heeft het geneesmiddel het beoogde effect? Wetenschappelijk onderzoek moet dit aantonen.
- Veiligheid: is het geneesmiddel veilig te gebruiken, ook zonder tussenkomst van een arts?
- Kwaliteit: zijn alle gebruikte ingrediënten en ook de verpakkingsmaterialen van betrouwbare kwaliteit?
Het CBG trekt één lijn: voor zelfzorggeneesmiddelen gelden even strenge normen als voor receptgeneesmiddelen. Keurt het CBG een geneesmiddel goed voor de zelfzorgmarkt, dan voldoet het aan de eisen en is het veilig. Te zware middelen zullen nooit tot de zelfzorgmarkt worden toegelaten. En het College keurt geneesmiddelen alleen goed voor zelfzorg als zelfdiagnose mogelijk is. Een middel mag bijvoorbeeld aangeprezen worden tegen brandend maagzuur, maar niet voor een maagzweer.
Voor vrij verkrijgbare pijnstillers geldt dat ze hun leven veelal zijn begonnen als receptgeneesmiddel. In de loop van de jaren zijn wetenschap en wetgeving tot de overtuiging gekomen dat ze, met aangepaste dosering, verpakkingsgrootte en vermelde indicaties, zonder problemen vrij verkrijgbaar kunnen zijn.
