Acetylsalicylzuur
Acetylsalicylzuur is het werkzame bestanddeel in het al aan het eind van de negentiende eeuw ontwikkelde Aspirine. Het remt de aanmaak van het hormoon prostaglandine. Tot halverwege de twintigste eeuw was het de enige vrij verkrijgbare pijnstiller.
Toen in de jaren vijftig melding gemaakt werd van mogelijke bijwerkingen als bloedingstoornissen en schade aan het maagslijmvlies stapte de consument over op het toen net ontwikkelde paracetamol, dat minder bijwerkingen kende.
Acetylsalicylzuur is de meest onderzochte pijnstiller en van deze pijnstiller is dan ook het meest bekend. Naast de pijnstillende werking heeft acetylsalicylzuur ook een bloedverdunnende werking.
Vanwege de bloedverdunnende werking dient bij pijn ten gevolge van het trekken van een kies voor een andere pijnstiller te worden gekozen, zoals paracetamol, ibuprofen, naproxen of diclofenac.
Acetylsalicylzuur mag in het algemeen vanaf twaalf jaar worden gebruikt. Acetylsalicylzuur kan bij kinderen onder de drie jaar, die koorts hebben, het Syndroom van Reye veroorzaken en wordt daarom voor kinderen tot die leeftijd afgeraden. Ook mensen met maagklachten kunnen acetylsalicylzuur beter niet gebruiken. Het gebruik vlak voor of na het drinken van alcohol is evenmin verstandig.
Acetylsalicylzuur is de werkzame stof in Aspirine, Aspro en Alka Seltzer. Chefarine bevat daarnaast ook paracetamol. Aspirine C, speciaal bij griep en verkoudheid, bevat acetylsalicylzuur en vitamine C. Roter APC bevat acetylsalicylzuur, paracetamol en cafeïne.
